inhouden

inhouden
{{inhouden}}{{/term}}
I 〈overgankelijk werkwoord〉
[bedwingen, beheersen] restrainhold (in/back)
[niet uitbetalen, innemen] deduct
[bevatten] containhold
[behelzen] involvemean
[ingetrokken houden] hold in
voorbeelden:
1   de adem inhouden hold one's breath
     hij schreef op ingehouden toon he wrote in a subdued tone
     zijn vaart inhouden slow down
     hij kan (er) niets meer inhouden 〈voedsel〉 he can't keep anything down
2   een zeker percentage van het loon inhouden deduct/ 〈met betrekking tot belasting〉withhold a certain percentage of the wages
4   ik wist wat de brief inhield I knew the content(s) of the letter
     zijn beloften houden niets in his promises are meaningless
     Taal en Bedrijf, wat houdt dat eigenlijk in? ‘Language and Business Studies’, what does that involve actually?
     oppassen op kleine kinderen houdt ook in dat je veel luiers verwisselt looking after small children involves/means changing lots of nappies
     wat houdt dit in voor onze klanten? what does this mean for our customers?
5   zijn buik inhouden hold one's stomach in
¶   een paspoort inhouden withhold a passport
II 〈wederkerend werkwoord; zich inhouden〉
[zich bedwingen] control oneself
voorbeelden:
1   zij kon zich niet langer inhouden en barstte in tranen uit she broke down and cried
     zich inhouden om niet in lachen uit te barsten keep a straight face

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.

Игры ⚽ Нужна курсовая?

Look at other dictionaries:

Share the article and excerpts

Direct link
Do a right-click on the link above
and select “Copy Link”