- inhouden
- {{inhouden}}{{/term}}I 〈overgankelijk werkwoord〉1 [bedwingen, beheersen] restrain ⇒ hold (in/back)2 [niet uitbetalen, innemen] deduct3 [bevatten] contain ⇒ hold4 [behelzen] involve ⇒ mean5 [ingetrokken houden] hold in♦voorbeelden:1 de adem inhouden • hold one's breathhij schreef op ingehouden toon • he wrote in a subdued tonezijn vaart inhouden • slow downhij kan (er) niets meer inhouden 〈voedsel〉 • he can't keep anything down2 een zeker percentage van het loon inhouden • deduct/ 〈met betrekking tot belasting〉withhold a certain percentage of the wages4 ik wist wat de brief inhield • I knew the content(s) of the letterzijn beloften houden niets in • his promises are meaninglessTaal en Bedrijf, wat houdt dat eigenlijk in? • ‘Language and Business Studies’, what does that involve actually?oppassen op kleine kinderen houdt ook in dat je veel luiers verwisselt • looking after small children involves/means changing lots of nappieswat houdt dit in voor onze klanten? • what does this mean for our customers?5 zijn buik inhouden • hold one's stomach in¶ een paspoort inhouden • withhold a passportII 〈wederkerend werkwoord; zich inhouden〉1 [zich bedwingen] control oneself♦voorbeelden:1 zij kon zich niet langer inhouden en barstte in tranen uit • she broke down and criedzich inhouden om niet in lachen uit te barsten • keep a straight face
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.